15 jaar nlt
In september 2007 gingen de eerste 170 scholen van start met natuur, leven & technologie. Ze konden beschikken over 8 havo-modules en 5 vwo-modules. Nu, 15 jaar later, bieden 220 scholen nlt aan en kunnen zij gebruik maken van 29 havo-modules en 49 vwo-modules. In een feestelijke felicitatieclip spreken mensen van toen en nu met elkaar over 15 jaar nlt. De Vereniging NLT groeit gestaag verder. De komende jaren hopen we dat nlt op elke school wordt aangeboden: We gunnen namelijk elke (bèta-)leerling nlt! Waarom en hoe het vak nlt is ontstaan lees je hieronder.
Problemen in de Tweede Fase
In 2004 besloot de Tweede Kamer dat de Tweede Fase moest worden herzien. De tweede fase was begonnen in 1996 in de bovenbouw van havo en vwo. Er waren diverse problemen, vooral van organisatorische aard, met de zogenaamde ‘heel- en deelvakken’ en met het feit dat de vier profielen niet dezelfde omvang hadden (in uren en in aantal vakken).
Er werden twee commissies ingesteld die hierover advies moesten uitbrengen. Aan deze commissies werd gevraagd om op korte termijn advies te geven over een aantal knelpunten. Een daarvan had te maken met het feit dat de herziening in de N-profielen grotere gevolgen had dan in de M-profielen, o.a. doordat wiskunde B uren kwijtraakte én natuurkunde of biologie nog maar in één van de twee profielen verplicht zou zijn. Die ruimte zou voor de bèta-vakken beschikbaar moeten blijven.
Nlt als oplossing
In de profielcommissie Natuur en Techniek / Natuur en Gezondheid zaten hoogleraren, mensen uit het onderwijs en het bedrijfsleven. In hun korte-termijnadvies pleiten zij voor het ontwikkelen van een geïntegreerd bètavak:
- Bied een geïntegreerd bètavak 'Natuur, Leven en Technologie’ als profielkeuzevak aan in de profielen Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek in het havo en het vwo, dat afgesloten wordt met een schoolexamen.
- Vorm een stuurgroep vanuit de vernieuwingscommissies voor biologie, scheikunde en natuurkunde (aangevuld met aardrijkskunde- en wiskunde- vertegenwoordigers) om het programma voor het geïntegreerde bètavak te ontwikkelen.
- Het programma moet leerlingen de kans bieden om zich inhoudelijk te oriënteren op het bètabrede spectrum aan mogelijkheden in hoger onderwijs. Tevens moet het leerlingen de samenhang laten zien tussen de verschillende profielvakken.
- Verklaar een team van eerstegraads docenten biologie, scheikunde, aardrijkskunde, natuurkunde en wiskunde bevoegd voor het geïntegreerde bètavak.
Het ontwikkelen van nlt
De minister nam het korte-termijnadvies over onder de voorwaarde dat het nieuwe vak in september 2007 gelijk met de vernieuwde Tweede Fase ingevoerd kon worden door alle scholen die dat wilden. Dat betekende dat het nieuwe vak in anderhalf jaar moest worden ontwikkeld en ingevoerd.
In het voorjaar van 2006 werd een stuurgroep in het leven geroepen onder voorzitterschap van de Utrechtse Hoogleraar Natuurkundedidactiek Harrie Eijkelhof. De projectleiding van de Stuurgroep lag bij SLO (Jenneke Krüger). De project- en stuurgroep hadden dus minder dan 1,5 jaar om een nieuw vak te ontwikkelen en op scholen aan te bieden.
En dat is gelukt, in september 2007 waren er 8 havo-modules en 5 vwo-modules ontwikkeld, evenals een concept examenprogramma. En gingen er 170 scholen van start met het ‘nieuwe geïntegreerde bètavak’.
Belangrijk bij de ontwikkeling van het vak was de samenwerking tussen universiteiten, onderzoeksinstituten, hogescholen, bedrijven en niet in de laatste plaats docenten. Zij hebben verstand van onderwijs. De modules werden ontwikkeld in samenwerking tussen deze partijen. Deze samenwerking zorgde niet allen voor actuele modules, maar ook voor een systeem van nascholing, nodig om het actuele karakter van het vak te waarborgen: de regionale vaksteunpunten.
15 jaar later
En nu 15 jaar later is:
- nlt georganiseerd in een vereniging van, voor en door scholen;
- telt Vereniging NLT 220 lidscholen die het vak opgenomen hebben in hun schoolcurriculum;
- zijn er 29 havo modules en 50 vwo-modules;
- er ondersteuning rond 8 regionale netwerken.